Blokjes kunnen worden gebruikt als overgangsmiddel om het gebruik van het plankje af te bouwen wanneer zwemmen zonder materiaal nog net te moeilijk is.  

Een blokje geeft vaak aan waar de handen moeten wachten. Bijvoorbeeld bij crawl afslag, waar wanneer de ene arm een draaibeweging maakt, de arm net onder het wateroppervlak, opwaarts op het blokje blijft wachten 

Een ander voorbeeld is bij rugcrawl, waar het kind eerst afslag zwemt, arm per arm. De arm die niet beweegt, wacht naast het lichaam. Het kind kan het blokje boven de bovenbenen vasthouden en doorgeven naar de andere arm wanneer die arm zijn beweging heeft afgemaakt. 

Soms worden blokjes ook gebruikt als hulpmiddel bij het tellen van de banen. Wanneer een kind een oefening moet doen die verschillende banen inhoudt, kan een plankje met blokjes worden gebruikt. Bijvoorbeeld, als het kind drie keer heen en terug moet zwemmen, worden er drie blokjes op het plankje gelegd. Telkens wanneer het kind aan het plankje komt, haalt het een blokje weg. Als het plankje leeg is, is de oefening voltooid.