schoolslag
Combinatie van beenbeweging en armbeweging met zwemnoodle
Vervolgens ga je de armbeweging en de beenbeweging combineren. Zorg dat beide herhaald zijn voor je ze gaat combineren, zodat het kind herinnerd wordt aan de juiste uitvoering van beide bewegingen.
Het kind neemt voor deze oefening de zwemnoodle vast zonder lus, tegen de borst. Je neemt opnieuw de voorarmen/polsen vast om de beweging te begeleiden bij. Geef verbaal ook veel ondersteuning door telkens mee te zeggen wat ze moeten doen. Het kind begint steeds met de pijl, het hoofd onder water en voert dan de beenbeweging uit (plooien, open, toe en drijven).
Terwijl de benen drijven, wordt de armbeweging uitgevoerd (pijl, handen draaien, cirkel/pizza, doorsnijden, pijl). –> wordt naarmate het niveau vordert ‘ademen, pijl’ of ‘pizza maken, doorsnijden’.
Aangezien het uitvoeren van verschillende bewegingen tegelijk zeer moeilijk is, laat je het kind in het begin de armbeweging en beenbeweging best los van elkaar uitvoeren.