Selecteer een pagina

Crawl

Aandachtspunten voor de ademhaling en armbeweging

Bij het aanleren van de armbeweging van de crawl zijn er enkele veelvoorkomende fouten waarop de lesgever moet letten. 

Een veelgemaakte fout is dat het kind voorwaarts komt ademen. Het is belangrijk om dit snel te corrigeren, vooral wanneer het kind begint met de armbeweging van crawl. Het ademen moet langs de zijkant gebeuren, met het oor op de arm die in of op het water ligt. Als het kind wel langs de zijkant komt ademen, maar het hoofd niet plat op het water ligt, kan dit worden gecorrigeerd door het hoofd samen te houden met de arm waar het op moet liggen en de draaibeweging mee te maken van onder water kijken, naar ademen, tot terug onder water kijken. Men kan ook de arm die door de lucht gaat tijdens het armen, pauzeren door deze vast te houden en hoog te houden. Ondertussen kan aan het kind gevraagd worden om het hoofd plat op het water te leggen. Wanneer de fout gecorrigeerd is, kan de armslag verder uitgevoerd worden.  

Net zoals bij rugcrawl is het ook hier aan te raden om het kind te laten starten met zwemmen met slechts één arm tegelijk. Zwemmen met een plankje kan hierbij helpen, omdat het kind telkens één hand aan het plankje moet houden en dus maar met één arm kan zwemmen.  

Het is belangrijk dat het kind blijft zwemmen met de benen. Soms kan de concentratie op de armen ertoe leiden dat de beenbeweging stopt. Als dit gebeurt, zakken de benen naar beneden, waardoor het moeilijk wordt om boven te blijven. De lesgever kan helpen door de benen vast te nemen, het bekken van het kind tussen de zij en de elleboog te nemen en de beenbeweging te maken. Als de benen wel bewegen maar niet stevig genoeg zwemmen om het lichaam horizontaal te houden, kan een arm onder de bovenbenen worden gehouden om het lichaam omhoog te liften. Soms helpt het ook door het kind er gewoon aan te herinneren dat het goed moet blijven zwemmen met de benen.