Bij deze oefening zet je het kind op de rand van het zwembad. Leg eerst uit dat er een verschil is tussen ‘wakkere tenen’ of ‘slapende tenen’. Bij ‘wakkere tenen’ worden de tenen en voeten naar boven getrokken. Je kan hier eventueel een vergelijking maken met ‘pinguïnvoeten’.  Bij ‘slapende tenen’ zijn de voeten en tenen volledig lang uitgestrekt. Hier kan je de vergelijking maken met ‘ballerinavoeten’.

Demonstreer het verschil op de voeten van het kind, zodat die goed het verschil voelt. Maak hierbij ook duidelijk dat het kind bij ‘pletsen benen’ er steeds voor moet zorgen dat zijn voeten en tenen slapen. 

Terwijl het kind nog op de kant zit, kan je er eventueel zelf naast gaan zitten om de beenbeweging zelf te demonstreren. Toon hierbij duidelijk dat je tijdens ‘pletsen benen’ met gestrekte benen moet zwemmen, wat we tijdens de les ‘lange benen’ noemen. Hierna demonstreer je de beenbeweging op de benen van het kind zelf. Let hier op dat je je handen ter hoogte van de knieën plaats, zodat het kind zijn benen niet kan buigen. Zo voelt het kind wat de juiste beenbeweging is.