Tijdens het aanleren van de beenbeweging zijn er een aantal veelgemaakte fouten waar de lesgever aandachtig voor moet zijn.  

De eerste veelgemaakte fout, is dat het kind een fietsbeweging maakt met de benen. Men moet er hierbij op letten dat de knieën slecht minimaal geplooid zijn en de beweging niet vanuit de knieën gebeurt. Een tweede veelgemaakte fout is dat het kind een stampende beweging maakt met de benen, waarbij er helemaal geen op- en neerwaartse beweging gebeurt. Om deze fouten te corrigeren tijdens de zwemoefeningen in het water, kan je de heupen van het kind tussen je eigen heup en elleboog nemen en de benen vastnemen ter hoogte van de knieën. Hiermee kan je ze naar een correcte beenbeweging begeleiden. 

Een derde veelgemaakte fout situeert zich in de stand van de voeten en tenen. Bij crawl moet er steeds gelet worden op het maken van ‘slapende tenen’ of ballerinavoeten. Merk je ‘wakkere tenen’ of pinguïnvoeten op bij het kind, dan kan je dit corrigeren door de voeten vast te nemen met je handen en ze in de juiste positie te houden tijdens het uitvoeren van de oefeningen. 

Als het kind nog zakt in het water – en het drijfvermogen dus nog niet goed genoeg is –, kan je hem ondersteunen door een hand of arm onder de buik te houden.